Tash Aw, Vreemdelingen op een kade

Februari 2022

 

Zo nu en dan lees je in de pers of online een stukje over zogeheten ‘onvertaalbare’ woorden. Sommige voorbeelden daarvan zijn al bijna een cliché: er is ons inmiddels uitentreuren ingepeperd dat het Nederlandse woord gezellig niet hetzelfde is als het Duitse gemütlich of het Engelse cozy, om nog maar te zwijgen van het Deense hygge.

Voor een vertaler is dat eigenlijk niets opzienbarends. Een woord in de ene taal dekt lang niet altijd helemaal de lading van een woord in een andere taal. Daarom geeft een woordenboek vaak meerdere mogelijkheden, waar je zelf een geschikte keus uit kunt maken. Je laat je daarbij leiden door de context en de (veronderstelde) bedoelingen van de auteur.

Hoe onvertaalbaar een woord ook lijkt, een vertaler ziet dat niet als onoverkomelijk. Je vertaalt namelijk geen woorden, maar zinnen. Om de bedoelde betekenis (en gevoelswaarde) van zo'n zin over te brengen, kun je een treffende combinatie van woorden zoeken en zo nodig de zinsbouw of zelfs de beeldspraak aanpassen. Daarbij hou je in je achterhoofd dat de vertaling niet omslachtiger mag zijn dan het origineel en daar stilistisch op moet aansluiten. Vooral op zinsniveau (en ook wel op zinsoverschrijdend niveau) komt daar de nodige creativiteit bij kijken. Dat is precies wat het vak zo leuk maakt. Het echte vertalen begint waar de vertaalmachine hapert.

Het wordt lastiger als je de titel van een boek wil vertalen. Die neemt immers vrijwel nooit de vorm aan van een hele zin en bestaat vaak uit niet meer dan vier of vijf woorden, waaronder de onvermijdelijke lidwoorden en voorzetsels. Er is weinig speelruimte en ook hier geldt dat een woord-voor-woordvertaling niet altijd een bevredigend resultaat oplevert.

Waarom schrijf ik dat allemaal? Misschien om de lezer voor te bereiden op een schok. Ik heb voor De Bezige Bij een fijnzinnig autobiografisch essay vertaald van de Maleisische auteur Tash Aw. Hij schreef zijn boek in het Engels en de oorspronkelijke titel luidt: Strangers on a Pier. De Nederlandse titel: Vreemdelingen op een kade.

 

Tash Aw, Vreemdelingen op een kade

 

Een kade? Dat is toch geen pier? Dan zit je er minstens een paar meter naast.

Dit is de context: Tash Aw schrijft met veel inlevingsvermogen over de voorgeschiedenis van de Chinese migrantenfamilies waaruit hij voortkomt. Zijn grootvaders waren eenvoudige boerenjongens uit het prerevolutionaire China die ieder voor zich uit pure armoede op de boot waren gestapt naar Singapore, om door te reizen naar Maleisië en daar een heel nieuw bestaan op te bouwen. Ze waren nog groen achter de oren en het nieuwe thuisland was hun volkomen vreemd. Beiden hadden een briefje op zak met de naam van een dorpsgenoot die hen was voorgegaan, iemand die ze nog nooit gezien hadden en die niet eens familie van hen was. Vanuit de haven van Singapore moesten ze op zoek naar een gehucht in het binnenland van Maleisië, maar zonder een flauw idee te hebben waar dat lag en hoe ze daar moesten komen.

Er is één beeld dat de auteur niet loslaat: hoe zijn grootvaders daar in de haven van boord stapten, beiden moederziel alleen, en zonder te weten in welke richting ze hun reis moesten vervolgen.

 

 

‘Lost on a pier.’ Lost heeft hier een dubbele betekenis: de vreemdelingen voelen zich verloren, en ze weten de weg niet. In het Nederlands kun je ‘verdwaald’ gebruiken, en dan hoop je – gezien de context – dat die verlorenheid daarin meeklinkt.

Het woord pier kennen we hier in Nederland natuurlijk wel, maar de betekenis valt ook hier niet helemaal samen met die van het (gelijkluidende) Engelse woord. Volgens Van Dale is het bij ons een ‘lange en betrekkelijk smal in zee vooruitstekend stenen landhoofd’, een ‘lange in het water uitgebouwde havendam’ dan wel een ‘in zee (ook wel in een meer) uitstekend wandelhoofd’. En zelf moet ik daarbij ook denken aan toeristen, amusementshallen en restaurants, zoals op de Pier van Scheveningen.

In het Engels kan dat allemaal ook, maar de lezer begrijpt al snel dat de auteur op iets anders doelt. Het Oxford Dictionary of English meldt expliciet: ‘A structure projecting from the shore (…) used as a landing stage for boats’.

Dus hoe vertaal je dat? ‘Vreemdelingen op een steiger’? Hm. In het Nederlands kan het woord ‘steiger’ natuurlijk ook weer verschillende dingen betekenen. Daarmee bevinden we ons nog niet als vanzelf aan de waterkant.

In de lopende tekst is dat (zoals gewoonlijk) geen probleem, want de auteur situeert dat tafereel in de haven (‘the docks’) van Singapore. Maar in de titel? Het beeld dat de auteur wil oproepen, dreigt door die ongewenste meerduidigheid vertroebeld te raken.

‘Vreemdelingen op een aanlegsteiger?’ Dat is ondubbelzinnig, maar wel een hele mondvol. Bovendien roept het voor mij de verkeerde connotatie op: wie aanlegt, is ergens aangekomen. En hier gaat het om mensen die nog een lange, onzekere weg te gaan hebben.

Een overkoepelende term, misschien? ‘Vreemdelingen in de haven.’ Dan heeft iets schimmigs en klinkt als een heel ander, misschien nog verdrietiger migrantengeschiedenis, bijvoorbeeld uit Dover of Calais.

Een heel andere titel dan maar? Dat vind ik jammer, want het blijft een sprekend beeld. Dan zet ik die vreemdelingen liever op de kade. Vanaf de steiger moeten ze daar toch wel naartoe en pas daarna kunnen ze verschillende kanten op, wat mooi aansluit op het dilemma van vreemdelingen die de weg niet weten.

Het nadeel van deze keuze is wel dat ik midden in de nacht zwetend wakker kan worden van een (vooralsnog denkbeeldige) lezer of recensent die roept: ‘A pier, dat is toch geen kade!’

Dat risico neem ik dan maar voor lief. Het leven van een boekvertaler vraagt soms om stalen zenuwen.